Keerzijde van multifunctioneel ruimtegebruik

Het voor meerdere functies inzetten van ruimten in een gebouw biedt allerlei voordelen. Vooral voor een efficiënte bedrijfsvoering is het gunstig. Het resulteert in minder vloeroppervlakte (minder onderhoud), een meer compacte lay-out (gunstig voor o.a. de routing, looplijnen) en het geeft een efficiëntere benutting van de m2 (minder leegstand). Voor de beleving van de ruimte door gebruikers, de waarde van de ruimte en daarmee uiteindelijk ook de functionaliteit van de betreffende ruimte, kan multifunctionele inzet van ruimten echter ook erg nadelig uitpakken. Voorbeelden uit de praktijk laten zien wat de nadelen zijn van multifunctioneel gebruik en hoe deze kunnen worden voorkomen.

Multifunctionaliteit & verandering van functie

Omwille van efficiency wordt in de zorg vaak gekozen om ruimten voor meerdere doeleinden in te zetten. Voorbeelden hiervan zijn: een multifunctionele ruimte op een klinische afdeling, een kamer die als werkkamer en als spreek-/behandelkamer wordt benut of een atrium waar ook grote bijeenkomsten en presentaties kunnen plaatsvinden. Op zich is dit raadzaam om te doen. Zeker als het gaat om functies die niet structureel onderdeel maken van het zorgproces (incidenteel plaatsvinden), goed zijn te combineren omdat ze in het verlengde van elkaar liggen en min of meer dezelfde eisen stellen aan de omgeving. Wat echter veel gebeurt is dat ruimten in de loop van de tijd een andere functie krijgen. Ook een vorm van multifunctioneel gebruik. Een patiëntenkamer wordt dan bijvoorbeeld een gespreksruimte of een separeerruimte wordt een comfortroom. Dergelijke veranderingen in functie stellen vaak wezenlijk andere eisen aan de ruimte. Zeker als de oude en de nieuwe functie sterk van elkaar verschillen of zelfs haaks op elkaar staan. Helaas worden ruimten niet altijd goed aangepast aan de nieuwe functie en blijft het interieur (meubels, kleur en materiaal gebruik) nagenoeg hetzelfde. Of blijven noodzakelijke maatregelen achterwege om bijvoorbeeld een ongunstige situering van de ruimte in het gebouw te compenseren (qua geluidshinder, routing e.d.) en om ongewenste associaties met de oude functie te voorkomen zoals bij het ombouwen van een separeer een belangrijk aandachtspunt is. Een en ander komt de beleving van de ruimte niet ten goede. De nieuwe functie komt feitelijk niet goed tot zijn recht. In het ergste geval, wordt de ruimte hierdoor niet meer gebruikt.

Toevoegen van functies

Lastiger wordt het als aan een bestaande ruimte een nieuwe functie wordt toegevoegd. Vaak uit ruimtegebrek. Voorbeeld hiervan is een huiskamer waar in de loop der tijd- ook dagactiviteiten en therapie zijn gaan plaats vinden. De oorspronkelijke functie van de huiskamer wordt hiermee verdrongen, zowel letterlijk als figuurlijk. Dat niet alleen, het gaat hier om twee verschillende functies (qua doelstelling) en daarmee ook om wezenlijk verschillende voorwaarden die aan de omgeving worden gesteld. Idealiter sluit het interieur (type meubilair, kleur-/materiaalgebruik en verlichting) naadloos aan bij de functie van de ruimte. Dit werkt ondersteunend voor de functie van de ruimte en de doelstelling van de activiteit. Ook biedt het duidelijkheid over welk gedrag er van je verwacht wordt en het nodigt uit om dat gedag te laten zien.

Ook zijn er functies die zich minder goed laten combineren, terwijl het in de praktijk wel gebeurt. Uit praktische overwegingen of gewoonweg omdat men zich niet bewust is van de psychologische impact die een ruimte kan hebben. Een badkamer die fysiek deel uit maakt van een separeerunit, maar die ook vanuit de afdeling is te bereiken, blijkt bijvoorbeeld in de praktijk minder vaak gebruikt worden door de afdeling dan aanvankelijk verwacht. Dergelijk “gedeeld gebruik” roept blijkbaar te veel negatieve associaties op bij cliënten op de afdeling. Een ander voorbeeld. Voor het voeren van een persoonlijk gesprek met een patiënt, maakt de omgeving zeker ook een verschil. Vaak is er doorlopend interactie tussen patiënten en personeel, maar vooral voor geplande gesprekken is het van belang om over een neutrale ruimte te beschikken. En als die er niet is, te vragen waar de patiënt het prettig vindt om naar toe te gaan. De eigen kamer, een werkkamer of personeelspost zijn geen neutrale ruimten, ze vormen het territorium van respectievelijk de patiënt en de behandelaar/medewerkers. Mooi voorbeeld van hoe in een IC-zone (met 1-op-1-begeleiding) het territorium van een cliënt gerespecteerd wordt, is door in de vloer met kleurverschillen te werken (o.a. toegepast bij GGzE).

Tips

  • Combineer geen functies die inhoudelijk niet bij elkaar passen, of niet in elkaars verlengde liggen.
  • Wees je bewust van de associaties die een ruimte, al dan niet terecht, kan oproepen.
  • Kijk goed naar de doelstelling van de activiteiten en de werkprocessen op een afdeling en de ruimtelijke voorwaarden die per activiteit nodig zijn: type ruimte, oppervlakte en indeelbaarheid, plek in het gebouw, interieur passend bij en ondersteunend voor de functie.
  • Wees helder over het gebruik van ruimten, welke ruimten zijn waar voor bedoeld en gebruik de ruimen ook zoals ze zijn bedoeld (primaire functie). Een huiskamer is een huiskamer en een comfortroom is een comfortroom.

 

 

Petra van der Schaaf

Oazis, Onderzoek & Advies
M 06 400 133 90
E info@oazis.nl
W www.oazis.nl